Stichting Agora Europa voert in samenwerking met het Ministerie van Binnenlandse Zaken, een onderzoek uit naar de valkuilen en kansen voor buurtinitiatieven. De centrale vraag is wat initiatiefnemers nodig hebben om hun initiatief zo goed mogelijk op te starten of door te ontwikkelen. Subvragen gaan over de kansen en belemmeringen in regelgeving, politieke en ambtelijke cultuur, maar ook vraagstukken of het gelijkheidsbeginsel nog wel overeind kan blijven en er niet veel meer – gebaseerd op de diversiteit in burgerkracht – maatwerk geleverd moet worden. Onderliggend gaat het over loslaten en wederzijds vertrouwen tussen overheid en burgers.
In het project De Werkplaats MaakdeBuurt werken de gemeenten Deventer, Rotterdam, Amsterdam-Oost, Eindhoven en Almere mee en geïnteresseerd voor deelname zijn gemeente Deurne, Hilversum, Groningen en Breda. In al die gemeenten volgen we twee of drie buurtinitiatieven die exemplarisch zijn voor de ontwikkelingen in Nederland.
Lees verder
Het gaat hierbij om buurtinitiatieven die allemaal zijn gericht op een taak of taken die een maatschappelijk doel dienen en die ofwel door een terugtrekkende cq bezuinigende overheid zijn vrijgevallen ofwel op eigen initiatief voorzien in een leemte in de gemeenschap. Initiatiefnemers kunnen zijn bewonersgroepen, sociale ondernemers of creatievelingen. De taken zijn verspreid over thema’s als zorg, energie, maatschappelijk leegstaand vastgoed, beheer, stadslandbouw, etc.
Het project De Werkplaats MaakdeBuurt hanteert drie perspectieven waarbinnen initiatieven gedijen:
1. Buurtrechten: rechten als het recht om zelf plannen te maken, recht om te bieden (op bijvoorbeeld maatschappelijk vastgoed) en het recht om de overheid uit te dagen op een publieke taak. Bij het laatste recht (vaak aangeduid als ‘right to challenge’ en gebaseerd op recente Engelse wetgeving) hebben initiatiefnemers het recht om een publieke taak over te nemen. Dit kan op zorggebied zijn (is ook opgenomen in de WMO), op beheer openbare ruimte (groen, straat, plein) of bijvoorbeeld armoedebeleid (schuldhulpverlening).
2. Ruimte maken voor initiatieven door regelgeving buiten werking te stellen, door instellen van regelluwe of regelvrije zones en/of door een cultuur van gelijkwaardig partnerschap te realiseren. Dit laatste wordt ook wel overheidparticipatie genoemd: de overheid faciliteert en ondersteunt (soms door middelen beschikbaar te stellen of expertise te leveren) en zoekt gezamenlijk naar oplossingen indien er problemen opkomen.
3. Autonome platformidee: initiatieven starten zonder enige bemoeienis met de overheid en creëren een feitelijke situatie waar op een gegeven moment de overheid zich wel toe dient te verhouden, maar die doet dit in positieve zin. Met twee sprankelende landelijke bijeenkomsten en daartussen door in elke gemeenten intervisie sessies tussen initiatiefnemers, ambtenaren en politici bestuderen we de initiatieven en werken we toe naar een slotdocument met ofwel een concept buurtwet, een reeks amendementen op bestaande wetten of concept lokale verordeningen, danwel andere handelingsperspectieven.
Doel is om eigenaarschap en zeggenschap te versterken van initiatiefnemers in Nederland.