Trainingen en cursussen
 
 
“De burger is iemand die deelneemt aan het maatschappelijk
leven, door beurtelings geregeerd te worden en te regeren.”


-  Aristoteles
 
 
   
 

Voorgeschiedenis van de campagne
In 2006 verscheen het boek Bouwmeesters met draagvlak, een publicatie van Eisse Kalk over het werk van Architectenbureau Van Stigt.*

Het bijzondere aan het werk van de Van Stigts, vader Joop en zoon André, èn aan het boek was, dat het niet ging over hoogstandjes van moderne architectuur, maar over betrokkenheid en vakmanschap. Over vakmanschap als het gaat om het bouwen en herbouwen, over bouwkundige vormgeving van hedendaagse functies met behoud van de vertrouwde uiterlijke vorm. Over betrokkenheid als het gaat om de erkenning van de kwaliteit van historische gebouwen en het stedelijk weefsel waarin ze zijn opgenomen. Dat laat zich niet opdelen in afzonderlijke, onsamenhangende objecten, maar vormt een geheel. De verschijningsvorm van die gebouwen in hun omgeving is een onderdeel geworden van het collectieve bewustzijn van de bewoners van de stad.

Vrijwel alle gebouwen waarvoor het architectenburo van Stigt hergebruikplannen heeft gemaakt zijn gered of ontwikkeld dankzij de inzet van actieve burgers en initiatiefnemers uit de samenleving die zich hebben ingezet voor behoud en hergebruik. De publicatie is dan ook een erkenning van en een pleidooi voor de gedachte dat het niet alleen overheden en eigenaren zijn, die mogen beslissen over ons cultureel erfgoed, maar dat ook het publiek, de burgers, de direct betrokkenen daar een rol in moeten kunnen spelen.
Dit boek kreeg daarom niet voor niets de titel Bouwmeesters met draagvlak. Bouwmeesters, omdat het om méér ging dan het ontwerpen van een gebouw, maar het hele proces van het bouwen omvatte. Draagvlak om het belang en de invloed van de betrokken burger tot uitdrukking te brengen.

De veelvuldige contacten tussen auteur en bouwmeesters hadden, naast het directe resultaat in de vorm van de publicatie, een belangrijk neveneffect: de reflectie op de vaak moeizame processen rond de totstandkoming van de in het boek beschreven projecten.
Die reflectie leidde tot de constatering, dat in bijna alle gevallen behoud en revitalisering bepaald niet het resultaat waren geweest van beleid en inzicht, maar moeizaam bevochten waren. Soms ook nádat besluiten om tot sloop en nieuwbouw over te gaan reeds in beperkte kring genomen waren. Vaak zijn deze besluiten gebaseerd op argumenten als: het proces is nu onomkeerbaar, die afspraken zijn al lang geleden gemaakt, als we dit plan niet uitvoeren krijgen we grote financiële problemen En even vaak worden ze genomen zonder eerst eens na te gaan met een grotere kring van betrokkenen dan alleen bestuurders en vastgoedspecialisten of het ook anders zou kunnen.

Uit de analyse van de procesgang van de ca. 25 projecten waarvoor het bureau van Stigt hergebruikplannen heeft gemaakt, kwam het inzicht naar voren dat het herbouwproces anders en beter kan worden ingericht. Efficiënter, met veel meer gebruik van aanwezige kwaliteit en maatschappelijke meerwaarde en vooral ook democratischer, door alle betrokken partijen vanaf het begin bij het proces te betrekken.

Die inzichten werden vastgelegd in de laatste twee hoofdstukken van de publicatie Bouwmeesters met draagvlak. Over die aanbevelingen heeft de stichting Agora Europa in samenwerking met het architectenbureau van Stigt en Stadsherstel Amsterdam N.V. een symposion belegd in het najaar van 2006 in de Amstelkerk in Amsterdam.
Tijdens dit symposion ontstond de gedachte dat het goed zou zijn het proces eens helemaal om te draaien. Niet afwachten tot het besluit tot afbraak al genomen was van gebouwen of complexen, die hun oorspronkelijke functie verloren hadden, maar anticiperen. Pro-actief zoeken naar nieuwe mogelijkheden, en daarbij tegelijkertijd het maatschappelijk potentieel aan creativiteit aanboren en de maatschappelijke meerwaarde realiseren die een gebouw kan hebben voor de buurt of het stadsdeel waarin het gelegen is. 

Maar hoe daaraan vorm te geven?
In de weken en maanden na het symposion in de Amstelkerk kwam een kleine groep onafhankelijke deskundigen bijeen om zich te beraden over de uitwerking van de ideeën en voorstellen die tijdens het symposion naar voren waren gekomen.
Andre van Stigt en Eisse Kalk nodigden enkele meedenkers uit in de personen van Han Michel en Jaap van Rijs, die hun sporen hadden verdiend op dit terrein en als onafhankelijke adviseurs nog bij diverse projecten betrokken waren. Zij besloten een Atelier van Bouwmeesters te vormen. Het Atelier wil een netwerk zijn van deskundigen dat zich ten doel stelt in de startfase van hergebruikprojecten een actieve rol te vervullen om de maatschappelijke meerwaarde te realiseren die het resultaat kan zijn van het vroegtijdig inschakelen van burgers en gebruikers in de plantontwikkeling voor dit soort projecten.
Daarnaast werden drie ambtelijke medewerkers van de gemeente Amsterdam uitgenodigd om hun ervaringen en inzichten ook in te brengen: Jaap Schoufour, projectleider van het gemeentelijke broedplaatsenbeleid, Bart Truijens, projectleider van het Ontwikkelingsbedrijf en Karel Loeff, senior adviseur van het Bureau Monumenten en Archeologie.
In een later stadium is ook Nan Raap, zelfstandig adviseur en stedenbouwkundige, toegetreden tot het Atelier. Hij is actief betrokken bij de inhoudelijke voorbereiding van het symposion Vitale coalities voor hergebruik
Uit die samenspraak ontstond de opzet en nadere uitwerking van de campagne Nieuw Leven voor Oude Gebouwen. De naam van de campagne werd ontleend aan een tweede publicatie van de stichting Agora Europa, de gids Nieuw leven voor oude gebouwen. **

De campagne is opgezet in 3 stappen:

Stap1

Een veertigtal maatschappelijke en bewonersorganisaties in Amsterdam die zich inzetten voor behoud en hergebruik van historische gebouwen en voor de buurten waarin die gebouwen zijn gelegen, zijn uitgenodigd met voorstellen te komen voor gebouwen die bij voorrang in aanmerking zouden moeten komen voor hergebruik.
Dit leverde een groslijst op van een kleine honderd gebouwen. 

Stap 2


De screeningscommissie (bestaande uit de 7 deskundigen die in de voorgaande paragraaf zijn genoemd) maakt uit deze gebouwen een selectie op basis van 3 criteria:

  • het moeten gebouwen zijn die bouwkundig in zodanige staat verkeren dat ze goed te hergebruiken zijn
  • hergebruik van de gebouwen levert een duidelijke maatschappelijke meerwaarde op
  • het zijn gebouwen die in de komende drie a vier jaar hergebruikt kunnen worden omdat ook de eigenaar al plannen in die richting heeft

Deze selectie heeft geleid tot de 28 gebouwen en gebieden die in de campagne zijn opgenomen 

Stap 3

Alle Amsterdammers worden uitgenodigd via een folder die in 25.000 exemplaren wordt verspreid of via de website www.nieuwlevenvooroudegebouwen.nl hun stem uit te brengen op één van de gebouwen die naar haar of zijn mening bij voorkeur in aanmerking moet komen voor hergebruik. Daarnaast worden alle deelnemers opgewekt met suggesties te komen voor een nieuwe bestemming. klik hier voor de folder....

De campagne


Uit de oorspronkelijke groslijst zijn uiteindelijk 28 gebouwen en stedenbouwkundige complexen geselecteerd, die in de publiekscampagne aan het oordeel van het publiek werden voorgelegd.

De officiële start vond plaats op 28 augustus 2007 in gebouw Het Sieraad, een mooi voorbeeld van een oud gebouw met een nieuw leven. Elders in deze symposionmap is een korte impressie van deze bijeenkomst opgenomen.
Gedurende zeven weken kon het publiek via de website of via een antwoordkaart in de voor de campagne ontwikkelde folder zijn voorkeur kenbaar maken door te stemmen, maar ook door suggesties aan te dragen of een stemverklaring uit te brengen.
Uiteindelijk zijn 5.238 stemmen worden uitgebracht, ongeveer de helft via de website en de helft door de antwoordkaart van de folder in te sturen. Van degenen die via de website stemden gaven vele deelnemers ook een nadere reactie: een suggestie of een voorkeur voor een bepaalde bestemming, of een motivatie van hun keuze. Een bloemlezing van deze reacties is opgenomen bij de startnotities en de beschrijving van de gebouwen.

Overigens was het van het begin af aan nooit de bedoeling om deze campagne tot een simpele populariteitspoll terug te brengen en mede afhankelijk te maken van het vermogen van direct belanghebbenden om hun achterbannen te mobiliseren. Het ging om het zichtbaar maken van het reeds aanwezige draagvlak, niet om het creëren ervan. En voorts om het kwalitatieve aspect: wat vindt men nou zo belangrijk, uiteenlopend van een persoonlijke, emotionele band tot de architectonische of cultuurhistorische waarde, die men aan een gebouw of complex toekent. En wat wordt er aangedragen aan ideeën, wensen en mogelijkheden.
Daarom is er ook geen winnaar “who takes it all”, en rekenen de initiatiefnemers het tot hun taak en verantwoordelijkheid om deze publiekssignalen in te brengen in lopende discussies en, waar mogelijk, om te zetten in concrete activiteiten om de beoogde maatschappelijke meerwaarde in een nieuw leven voor oude gebouwen te realiseren.

Op het slotsymposion op 5 november 2007 in de IJ-kantine op de voormalige NDSM-terreinen zullen in de vorm van zogenaamde startnotities voorstellen voor verdere actie worden gedaan voor de Top Tien gebouwen en gebieden uit de campagne. 
klik hier voor de einduitslag van de campagne

De symposionmap is op aanvraag te bestellen, klik hier voor onze contactgegevens

 

Klik hier voor de campagne van 2008-2009

* Eisse Kalk: Bouwmeesters met Draagvlak, Architectenbureau van Stigt, 192 blz. met vele illustraties, ISBN-10: 90-811002-1-1 en ISBN-13: 978-90-811002-1-2, uitgave van de stichting Agora Europa te Amsterdam  (www.agora-europe.nl)
** Annemarie Wijn: Nieuw leven voor oude gebieden, 5 wandel/fiets- en vaarroutes langs historische, gerestaureerde gebouwen in Amsterdam, 108 blz. met vele illustraties, uitgave van de stichting Agora Europa te Amsterdam (www.agora-europe.nl), ISBN – 10: 90-811002-2-X en ISBN-13: 978-90-811002-2-9